Bezig met zoeken naar
Portugal is door de eeuwen heen altijd z'n eigen gang gegaan, en het doet dat nog steeds. Zo ook in de wijnbouw.
Portugese wijnen getuigen daarom van een intrigerende eigenzinnigheid. Wie ze proeft, zegt onmiddellijk: "typisch Portugees".
Het zijn namelijk wijnen met een onmiskenbaar individueel karakter, voor avontuurlijk ingestelde wijndrinkers. Trefwoord: originaliteit.
Wat Portugese wijnen verder zo bijzonder maakt is de combinatie van klassiek en modern.
Dat klassieke zit hem in het gebruik van unieke druivenrassen, veelal met exotisch aandoende namen.
Alles bij elkaar zijn dat er honderden, en de meeste daarvan staan alleen maar in Portugal aangeplant.
Alleen al in de Dourovallei - het Portgebied - zijn er tientallen officieel toegestaan! Anders dan hun collega's in de meeste andere wijnmanden hebben de meeste Portugese wijnproducenten zich tot op heden verre gehouden van modieuze soorten als chardonnay en cabernet sauvignon. Het vasthouden aan eigen druiven, wat ooit als een teken van achterblijven beschouwd werd, blijkt nu een sterke troef te zijn!
De Portugese wijnbouw bestaat al zeer lang. Reeds tien eeuwen voor Christus brachten de Feniciërs de gekweekte wijnstok naar Portugal.
Onderzoek heeft aangetoond dat er reeds zeer vroeg in de dalen van de rivieren de Taag en de Sado wijnbouw werd bedreven.
Vaststaat dat de Romeinen in Noord-Portugal teeltsystemen zoals de pergola, de latada en enforcada introduceerden die thans nog bestaan.
Vooral door toedoen van de Romeinen werd wijnbouw gemeengoed in Portugal.
In het begin van de twintigste eeuw kregen de eerste wijngebieden een DOC. Reeds ruim daarvoor kende men al de madera en portwijnen.
Belangrijk voor de verdere ontwikkeling van de Portugese wijnen is de toetreding tot de Europese Unie in 1986.
Doordat ook Portugal zich moest houden aan de Europese wetgeving onderging de wijnbouw na 1986 grote veranderingen die ten goede
kwamen aan de kwaliteit van de Portugese wijn.
Hebben de Portugezen in hun wijngaarden bewust vastgehouden aan tradities, in hun kelders maken ze tegenwoordig gebruik van de modernste
technische middelen en de nieuwste inzichten op het gebied van vinificatie. Ze zijn zich er namelijk van bewust dat authenticiteit alleen niet volstaat.
De tijd van het traditionele wijn maken is daarom definitief voorbij. Sterker nog, de afgelopen twintig jaar heeft de Portugese wijnbouw een ware revolutie doorgemaakt.
Niet alleen in de nieuwe, opkomende gebieden als Alentejo en Ribatejo, maar ook in die met een lange historie, zoals Dão, wordt volop geëxperimenteerd met nieuwe technieken.
En Portugal kent inmiddels ook zijn ster-wijnmakers. In al die opzichten doet het af en toe bijna aan de Nieuwe Wereld denken.
Dit zorgt er voor dat de wijnen niet alleen karakteristiek zijn, maar ook lekker om te drinken.
In Portugal mag aan de most geen suiker worden toegevoegd om een hoger alcoholgehalte te bereiken.
Wel mag zoete most of ingedikte most worden gebruikt om wijn zoeter te maken.
In principe onderscheidt men in Portugal de volgende soorten wijnen: vinhos verdes (jonge en snel drinkbare wijnen), vinhos maduros (oudere wijnen met een bepaalde opslagduur),
vinhos generosos (met alcohol versterkte wijn zoals Port, Madera, Carcavelos en Moscatel de Setúbal), vinhos tintos (rode wijnen), vinho brancos (witte wijnen),
vinhos rosados (roséwijnen), vinhos de consumo (eenvoudige tafelwijn), vinhos espumosos en vinhos espumantes (mousserende wijnen).
Portugese wijnen kunnen ook "garrafeira"of "reserva" vermelden op het etiket. Een garrafeira moet afkomstig zijn van één zeer goed oogstjaar
en één procent meer alcohol bevatten dan voorgeschreven door de DOC. Het zijn vaak wijnen van goede kwaliteit die in beperkte hoeveelheden
worden geproduceerd en die vaak afkomstig zijn van één quinta (château). Garrafeirawijnen worden lang opgeslagen en vertonen daarom in de fles geen depot.
De eisen waaraan garrafeirawijnen moeten voldoen voor rode wijn: opslag minimaal achttien maanden op fust gevolgd door minimaal één jaar op fles.
Voor witte wijn: minimale opslag van een halfjaar op fust gevolgd door minimaal zes maanden op fles.
De rijping van garrafeira's duurt meestal veel langer (tot zelfs tien jaar) dan is voorgeschreven.
Een reserva moet afkomstig zijn van één goed oogstjaar en minimaal één jaar op fust en één jaar op fles hebben gelegen.
Het alcoholgehalte met minimaal een half procent hoger zijn dan is voorgeschreven.
Portugal heeft een overzichtelijk systeem van gecontroleerde herkomstbenamingen ontwikkeld volgens Europees model.
Portugal kent vier categorieën wijn: DOC, IPR, Vinho Regional en Vinho de Mesa.
Het land kent twaalf regio's met wijnen die een Denominação de Origem Controlada, kortweg DOC, dragen.
Dit zijn uiteraard de wijnen met een gecontroleerde herkomstbenaming. DOC wijnen moeten een selo de garantia dragen
(meestal een papieren strip over de kurk) die na keuring wordt verleend door een regionale commissie of door
het Instituto da Vinha e do Vinho in Lissabon. Bij sommige DOC wijnen staat het garantiezegel op de achterzijde van het hoofdetiket.
Van noord naar zuid gaat het om de volgende regio's:
Vinho Verde
Douro en Porto
Tavora-Varosa
Bairrada
Dão
Beira Interior
Estremadura
Ribatejo
Setubal
Alentejo
Algarve
Madeira
Sommige ervan zijn onderverdeeld in subgebieden of afzonderlijke DOC's.
In het Portugees betekent IPR Indicação de Proveniência Regulamentada, een aanduiding voor een wijn die volgens geldende regels
afkomstig is uit een bepaalde goed omschreven regio. Deze wijn komt in aanmerking om in de toekomst naar een DOC gepromoveerd te worden.
Meestal bezit een IPR gebied een commissie die de regels vaststelt en controleert of een wijn voldoet aan de gestelde eisen: gebruikte cultivars,
maximum opbrengst per hectare en opslagduur. IPR komt globaal overeen met een VDQS wijn in Frankrijk.
Dit is een regionale wijn die afkomstig mag zijn uit een veel grotere streek.
Deze wijnen hebben veel minder strenge eisen en komen overeen met een Vin de Pays in Frankrijk.
Bij dit type wijn is er een veel grotere keuzemogelijkheid aan cultivars, die soms zelfs van buitenlandse origine mogen zijn.
Dit is een eenvoudige tafelwijn zonder herkomstbenaming, die mag worden opgebouwd uit alle mogelijke
West-Europese wijnen (meestal van Portugese origine) en uit verschillende oogstjaren.
De bodem varieert van streek tot streek en kan bestaan uit zand, klei, kalk, verweerde graniet, gneiss of leisteen.
Van noord naar zuid en van west naar oost vertoont het klimaat regionale verschillen.
In het noorden heerst een zeeklimaat met zeer veel regen hetgeen resulteert in relatief zure en alcoholarme wijnen,
gaande naar het zuiden wordt de regenval steeds minder en stijgt de zomertemperatuur.
Ook van west naar oost neemt de regenval af en komen we geleidelijk in een continentaal klimaat terecht.
In de Algarve heerst een subtropisch klimaat met weinig regen.
Zeer veel druivenrassen worden verbouwd in Portugal.
De meeste van hen zijn inheemse. De naamgeving van deze rassen is soms een echte warboel omdat voor één ras vele synoniemen bestaan.
Verdere uitbreiding van de gebruikte rassen kan je vinden in de bespreking van de DOC gebieden